Taal op de werkvloer

Aanleiding
Het aantal werkgevers in Flevoland dat het Taalakkoord Werkgevers ondertekend heeft is nog steeds erg beperkt. Corona heeft hier in 2021 en 2022 een rol in gespeeld. Er ligt dan ook veel ruimte voor verbetering. Zeker omdat laaggeletterdheid een serieus probleem is in regio Flevoland. In eerste instantie richt het LWLF zich op het herkennen en erkennen door werkgevers van het probleem en het belang voor zowel de werkgevers als werknemers. Werkgevers die het vergroten van taalvaardigheid faciliteren kunnen daar direct voordeel van hebben. Een positieve ontwikkeling is het Almeers Taalakkoord dat door verschillende werkgevers in 2020 is ondertekend. Ook is het LWLF betrokken bij de totstandkoming van het regioplan Laaggeletterdheid. Dit regioplan is inmiddels opgesteld en er is een regio bijeenkomst over geweest in september 2021. Daarna zijn er geen concrete acties uit het regioplan benoemd en in uitvoering gebracht in 2022 t.a.v. Taal op de Werkvloer. Half 2022 heeft het LWLF een inventarisatie uitgevoerd, in opdracht van de 5 gemeenten, over de stand van zaken t.a.v. Taal op de Werkvloer in Flevoland. In november is er een rapportage opgeleverd aan de 5 gemeenten, die in januari 2023 is besproken. Zie de bijlage bij dit projectplan.

Het Leerwerkloket Flevoland geeft regionaal uitvoering aan het thema Leren en Ontwikkelen, en is toegankelijk voor alle inwoners van Flevoland, inclusief ondernemers en hun medewerkers. Het Leerwerkloket is verbonden aan het RWF en wordt deels gefinancierd vanuit het Ministerie van SZW en deels vanuit het UWV/de Gemeenten en de Roc’s. De huidige financiering is voor 2,7 fte adviseur, die op dit moment vooral werkzoekenden en werkenden adviseren over hun loopbaan, om- en bijscholing, de inzet van competentietesten etc. We willen vanuit het Leerwerkloket actiever aan de slag in Flevoland met het thema Taal op de werkvloer. Zoals ook beschreven in het Jaarplan 2022 en 2023. In de groep laaggeletterden in onze regio bevinden zich veel mensen die een baan hebben. Deze groep is, omdat zij een baan hebben, vaak niet in beeld bij de gemeente en maakt daarnaast weinig gebruik van het lokale taalaanbod. Om de groep van (potentiële) werknemers beter te bereiken, willen we ervoor zorgen dat meer werkgevers gaan aanhaken, bij de aanpak van laaggeletterdheid. Wat zijn de plannen? Allereerst heeft er, in opdracht van de 5 Flevolandse gemeenten die verantwoordelijk zijn voor het regioplan laaggeletterdheid, een inventarisatie uitgevoerd in de arbeidsmarktregio door de manager van het Leerwerkloket Flevoland in de periode juli t/m november 2022, een 0-meting. De opdracht bestond uit 5 onderdelen:

  1. Inventarisatie van alle regionale en lokale initiatieven die er zijn of in de planning staan op het gebied van ‘taal en werk’, met aandacht voor de effectiviteit, kosten, haalbaarheid en doelgroep;
  2. Inventarisatie van mogelijke interessante (landelijke) initiatieven of best practices die kunnen dienen als voorbeeld voor de arbeidsmarktregio Flevoland;
  3. Inventarisatie van de behoefte van werkgevers op het gebied van ‘taal en werk’;
  4. Inventarisatie van de subsidie mogelijkheden;
  5. Adviseren over vervolgstappen, lokaal vs regionaal, inclusief suggesties voor de eigen rol en het betrekken van andere partners hierbij.

Eind november is er een rapportage opgeleverd aan de contactpersonen van de 5 gemeenten. Deze rapportage is als bijlage toegevoegd aan dit projectplan. En bevat relevante informatie en adviezen voor dit projectplan. Op 17 januari is de rapportage besproken met de contactpersonen van de 5 gemeenten. De rapportage inclusief adviezen is als bijlage bij dit projectplan toegevoegd. Het beschrijft de huidige situatie t.a.v. uitvoering van Taal op de Werkvloer en bevestigt het projectvoorstel om een adviseur aan te stellen die samen met alle regionale en lokale partners een actieplan gaat maken t.a.v. de uitvoering. Uit de rapportage komt naar voren dat er bij ondernemers in Flevoland nauwelijks aandacht is voor aanpak laaggeletterdheid. Als er al taaltrainingen worden uitgevoerd, is dit voor de groep arbeidsmigranten, NT2. Maar dit wordt slechts bij een aantal bedrijven uitgevoerd. Terwijl bekend is dat veel werknemers laaggeletterd zijn, ook werknemers die in Nederland zijn geboren en getogen en dat dit aantal alleen maar toeneemt. Zie ook de verdere uitwerking in bijlage 1. Deze bijlage is een belangrijk onderdeel van dit projectplan.

In dit projectplan staan de doelstellingen en activiteiten genoemd die uitgevoerd gaan worden, in samenwerking met regionale en lokale partners. Dit wordt verder uitgewerkt door de adviseur, indien de subsidie vanuit het RWF wordt toegekend, samen met alle partners. Die genoemd worden in 3 (organisatie). De subsidie aanvraag gaat concreet om de inzet van een extra adviseur bij het Leerwerkloket die o.a. ondernemers gaat benaderen, adviseren, partijen bij elkaar brengen om uitvoering te geven aan taal op de werkvloer en de ondernemers te ontzorgen. Zie verder de activiteiten bij 3.

Doelstelling en doelgroep
Doelgroep De doelstelling van het RWF is, ‘een arbeidsmarkt waarin iedereen naar vermogen onbeperkt mee kan doen en niemand aan de kant staat’. Dit project kent twee externe doelgroepen:
- Werknemers die laaggeletterd zijn
- Werkgevers die werknemers in dienst hebben die laaggeletterd zijn
En een ‘interne’ doelgroep, medewerk(st)ers van de organisaties/partners waar mee samengewerkt gaat worden.

Doelstellingen
-Het bewustzijn van werkgevers op het gebied van laaggeletterdheid te vergroten en hen duidelijk te maken welke problemen (bijvoorbeeld onveilige situatie) laaggeletterdheid kan opleveren en welke winst ze kunnen bereiken door middel van taalverbetering van hun werknemers. In eerste instantie het herkennen en erkennen door werkgevers van het probleem en het belang voor zowel de werkgever als de werknemer.
- Het ontwikkelen van aanbod op maat door de taalaanbieders wat aansluit op de behoefte van de werkgevers en werknemers.
- Het ontzorgen van de werkgevers door ze te adviseren maar ook concreet te ondersteunen bij het aanvragen van subsidies, inschakelen van taalaanbieders etc.

Wat uiteindelijk leidt tot de inzet van taaltrainingen op de werkvloer voor werknemers die laaggeletterd zijn. Waardoor zij zich beter kunnen ontwikkelen, veiliger kunnen werken en een betere positie op de arbeidsmarkt verkrijgen.

Activiteiten
- Werven en selecteren van een adviseur Taal op de Werkvloer

-Na aanstelling van de adviseur: Maken van een actieplan Taal op de Werkvloer met daarin opgenomen de volgende concrete activiteiten:
▪ welke sectoren als eerste benaderen (productie/horeca/logistiek)
▪ Practice what jou preach; HRM afdelingen gemeente benaderen m.b.t. aanpak en uitvoering Taal op de Werkvloer (zie voorbeeld Utrecht)
▪ Zoeken en aanstellen van lokale/regionale ambassadeurs (werkgevers en mede(werk)ster die taaltrainingen hebben uitgevoerd of gevolgd en over de aanpak en resultaten kunnen vertellen aan collega werkgevers/werknemers. Bv bij een bijeenkomst van de bedrijfskringen, die er in elke gemeente zijn, 5 in totaal in Flevoland. Succesverhalen, maar ook de lessons learned.
▪ Het creëren van een regionaal punt waar werkgevers terecht kunnen met vragen over Taal op de Werkvloer (subsidies, aanpak, tools, advies). De website van het Leerwerkloket gaan hiervoor gebruikt worden.
▪ Organiseren van regionale kennissessie voor professionals die in contact met werkgevers om aandacht te besteden aan het thema.
▪ Organiseren van lokale of regionale event(s) over het thema met sprekers, voorbeelden en mogelijkheden. Voor werkgevers, om het thema onder de aandacht te brengen.
▪ Bundelen van kennis t.a.v. uitvoering. Een mooi voorbeeld hiervan is de aanpak bij Concern voor Werk/Werkbedrijf Lelystad (zie hoofdstuk 1).
▪ Ontwikkelen training voor leidinggevenden; signaleren laaggeletterdheid bij medewerkers, hoe ga je erover in gesprek en wat zijn de mogelijkheden.
▪ Betrekken van sportclubs (Almere City FC?) om aandacht te besteden aan het thema. Veel bedrijven zijn aangesloten bij de business club van Almere City FC. Mogelijk ook andere sportclubs in Flevoland.

Organisatie
De adviseur Taal op de Werkvloer, samen met de manager van het Leerwerkloket, werkt nauw samen met iig de volgende organisaties/partners t.a.v. van het maken van en uitvoering geven aan het actieplan:

  • Stichting Lezen en Schrijven Huis voor Taal (actief in de bibliotheken in alle gemeenten)
  • ROC Flevoland en Friese Poort
  • Taal ambassadeurs
  • Taalaanbieders
  • WerkgeversServicepunten (Gemeenten/UWV)
  • Gemeente Urk/Dronten/Noordoostpolder/Lelystad/Almere
  • Bibliotheken
  • Provincie (o.a. BNF)
  • En andere relevante partijen die met dit thema bezig zijn

Het Leerwerkloket heeft al contacten met bovenstaande partners en werkt op andere thema’s al samen. In het actieplan wordt verder uitgewerkt wie wat doet t.a.v. de uitvoering. En er worden afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheden, de overlegstructuur en hoe wordt beslist.

Communicatie
De communicatie richt zich op:

  • Intern: informeren en enthousiasmeren van de medewerkers van alle partners (4: Organisatie), per mail/mondeling (kennissessies) over het project. Per kwartaal wordt er gerapporteerd over de voortgang, kwantitatief en kwalitatief, vormgegeven door een infographic, over het project. Deze rapportage kan ook gedeeld worden met alle partners van het RWF.
  • Extern: informeren en enthousiasmeren van werkgevers, werknemers, professionals, pers, bedrijfskringen. Vanuit de activiteiten die in 3 zijn benoemd.
Cookie-instellingen