Het Regionaal Werkbedrijf Flevoland (RWF) maakt bezwaar tegen de voortschrijdende rijksbezuinigingen in het sociale domein die kwetsbare mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt direct of indirect raken. Dat zei RWF-voorzitter Froukje de Jonge tijdens een werkbezoek op 2 september aan PrO Almere, de school voor praktijkonderwijs in Almere.
Foto: Vlnr: Onno Vermooten (Concern voor Werk), Froukje de Jonge (RWF) en Bertien Hoek (PrO Almere) in de afdeling Logistiek van praktijkschool PrO Almere.
De Jonge wees op de bezuinigingen die verschillende kabinetten hebben doorgevoerd en die de kwetsbare mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt direct of indirect raken.
“Als gevolg van de decentralisatie van taken in het sociale domein naar lokaal niveau zijn in de afgelopen jaren de budgetten flink gekort” Zie ook verslag Omroep Flevoland van het werkbezoek.
De afbraak is volgens haar al in 2010 begonnen met bezuinigingen op bijvoorbeeld de re-integratiemiddelen die gemeenten moeten inzetten. In 2015 kwam daar de afsluiting voor de nieuwe wsw-instroom bij. Voorts zijn de rijksvergoedingen voor de mensen die nog wél gebruik kunnen maken van de sociale werkvoorziening zo sterk afgenomen en deze niet meer kostendekkend zijn. Tenslotte blijk in de praktijk dat het uitgangspunt dat iederéén in staat is om bij een reguliere werkgever aan het werk te kunnen gaan, volstrekt onjuist is.
Onno Vermooten, directeur van de sociale onderneming Concern voor Werk in Lelystad en RWF-bestuurslid, wees erop dat in zijn onderneming 80 procent van de begroting loonkosten betreft. “Verder bezuinigen raakt dus onmiddellijk de personeelsbezetting en daarmee rechtstreeks de sociale werkvoorziening van kwetsbare mensen’, zo waarschuwde hij.
Ook de verslechterde situatie van praktijkleerlingen baart het RWF zorgen. Bertien Hoek, directeur van PrO Almere beaamt dit: “Het gevolg van de vele bezuinigingsmaatregelen is dat er steeds minder geld is om mensen met een arbeidsbeperking te begeleiden bij het vinden en behouden van werk. We moeten voorzichtig zijn dat praktijkleerlingen daardoor na hun scholing niet meer aan het werk komen. Ik vrees dat als er niet wordt ingegrepen, de huidige praktijkleerlingen onder druk van de bezuinigingen nooit aan de bak zullen komen en daardoor een verloren generatie dreigen te gaan worden.”
En dat terwijl uit recente onderzoeken blijkt dat mensen met een arbeidsbeperking gelukkiger en gezonder zijn als zij werken. Hierdoor doen zij bovendien minder een beroep op bijvoorbeeld geestelijke gezondheidszorg of Wmo-ondersteuning. Werk brengt deze kwetsbare mensen daarnaast vertrouwen in zichzelf en in hun omgeving; ze glijden daardoor minder of helemaal niet meer af en ook de risico’s van crimineel gedrag blijven daardoor beperkt.
Froukje de Jonge wees erop dat de arbeidstoeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt niet alleen positief is voor de mensen zélf, maar heeft ook gunstige effecten voor de maatschappij als geheel. “Maar kwetsbare mensen die naar vermogen aan de samenleving mee willen doen hebben kunnen dat helemaal zelf regelen, zij hebben daar ondersteuning en begeleiding bij nodig. Ook de werkgever die hen in dienst neemt, moet daarin goed begeleid en ondersteund worden. Dat vraagt dus om blijvende investeringen!”
Door onvoldoende beschikbare financiële middelen schiet de noodzakelijke begeleiding nu echter tekort, voerde Froukje de Jonge aan. “Daarmee laten we niet alleen de individuele werknemers in de steek, maar doen we ook goedwillende werkgevers tekort. Zonder voldoende financiële middelen vrees ik dat de investering in mensen niet meer loont; de inspanningen van alle betrokkenen leiden dan niet meer tot de gewenst duurzame successen”, waarschuwde De Jonge.
“Investeren in mensen loont”, zo luidde de conclusie van De Jonge. Maar gemeentes die zich actief inzetten voor een effectieve arbeidszorg zien hun inspanningen als besparingen bij zorgverzekeraars en het Rijk terug. “Zo’n gemeente heeft dus wel de kosten, maar niet de baten”, zei De Jonge die aangaf dat het Regionaal Werkbedrijf Flevoland derhalve adviseert om de arbeidszorg zodanig te organiseren dat actieve gemeentes voor hun inspanningen beloond worden en niet verder gekort worden met als gevolg dat kwetsbare mensen op de arbeidsmarkt kansloos dreigen te worden.
Het Regionaal Werkbedrijf Flevoland heeft een stellingname geformuleerd voor de politieke partijen.
Verschillende kabinetten hebben bezuinigingen doorgevoerd die de kwetsbare mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt direct of indirect raken. Met de decentralisatie van taken in het sociale domein naar lokaal niveau zijn in de afgelopen jaren de budgetten flink gekort. De afbraak is al in 2010 begonnen met bezuinigingen op bijvoorbeeld de re-integratiemiddelen die gemeenten moeten inzetten. In 2015 kwam daar de afsluiting voor de nieuwe Wsw-instroom bij. Voorts zijn de rijksvergoedingen voor de mensen die nog wél gebruik kunnen maken van de sociale werkvoorziening zo sterk afgenomen en deze niet meer kostendekkend zijn. Tenslotte blijk in de praktijk dat het uitgangspunt dat iederéén in staat is om bij een reguliere werkgever aan het werk te kunnen gaan, volstrekt onjuist is.
Download de stellingname hier.