Kaasboederij Poldergenot: meer dan kaas, een plek waar mensen opbloeien

17-06-2025 71 keer bekeken 0 reacties

“De financiële prikkel is verdwenen, maar de mensen zijn gebleven. En dat zegt eigenlijk alles”

In de Noordoostpolder ligt Kaasboerderij Poldergenot, waar het draait om meer dan alleen melk en kaas. Het familiebedrijf – bekend om zijn ambachtelijke kazen – is genomineerd voor de Participatiepenning van de Flevopenningen 2025. De reden: ruim driekwart van de medewerkers heeft een afstand tot de arbeidsmarkt.

“We doen iets meer voor deze mensen dan veel andere werkgevers,” zegt eigenaar Johan Bosma. “Het draait bij ons niet alleen om productiviteit of winst. We kijken ook naar hoe het met iemand gaat en wat hij of zij kan leren en ontwikkelen.”

Medewerker 

Het werken met mensen uit deze doelgroep begon met iemand uit de kerk, die niet op zijn plek zat in de dagbesteding. “We dachten: misschien is het beter als hij op de boerderij aan het werk gaat. En dat bleek ook zo te zijn.” Wat begon vanuit sociaal oogpunt, groeide door: mede door beperkte financiële ruimte was de keuze voor medewerkers uit het doelgroepregister ook economisch aantrekkelijk.

 

Inmiddels zijn die financiële voordelen minder relevant geworden. “De prikkel is weg, maar de mensen zijn gebleven,” vertelt Johan. “En dat is omdat het werkt. Ze horen hier echt bij; iedereen is gelijk aan elkaar en draagt bij aan het succes van ons bedrijf.”

De boerderij heeft eigen melkkoeien. De melk wordt op het erf verwerkt tot kaas in de kaasmakerij. Medewerkers helpen onder andere bij het verzorgen van de koeien, het productieproces en het plastificeren van kazen.

Kaasboerderij Poldergenot werkt nauw samen met de Werkcoöperatie Flevoland en Pastiel uit Friesland. Twee vaste jobcoaches zorgen voor begeleiding op maat. “We nemen de tijd. Fouten maken mag, maar we corrigeren wel. Mensen leren hier ook sociale basisvaardigheden, zoals hoe je je gedraagt, wat je zegt en wat niet.”

Medewerker

Bij het aannemen van nieuwe mensen is veiligheid belangrijk. Mensen moeten fysiek in staat zijn om het werk te doen, maar 100% fit zijn hoeft niet. “Met 50% kun je prima beginnen. De uitdaging is om daar 60 of 70% van te maken.” Daarnaast is het belangrijk dat mensen goed kunnen worden ingewerkt en binnen het team passen.

De loonwaardemeting gebeurt altijd intern, door zijn zoon Mark of Lucas, de kaasmaker, in overleg met Johan.

“We willen mensen betalen naar wat ze doen en kunnen. Groei in loonwaarde is een erkenning. Maar het is soms lastig, want bij een hogere loonwaarde worden toeslagen gekort. Toch proberen we dat gesprek eerlijk te voeren.”

Wat Johan het meest raakt, zijn de persoonlijke verhalen. Zoals dat van een medewerker van 55, die nog nooit had gelachen, en waarbij Johan zich afvroeg of hij het wel naar zijn zin had op de boerderij. “Zijn zus zei later: ‘Wat jullie doen is een godsgeschenk.’ Dan weet je waarvoor je het doet.” Maar ook het omkijken naar elkaar, zoals op het moment dat Johan langdurig ziek was. De appjes van familieleden en collega’s vulden zijn hart, maar ook de zelfgemaakte cadeaus die medewerkers kwamen langsbrengen, raakten hem enorm. “Dan breek je gewoon.”

Johan eindigt het gesprek met:
“Je kiest er niet voor om autisme te hebben of om in de Wajong terecht te komen. Ik kijk liever naar wat iemand wél kan. Volg je hart, doe het op jouw manier en neem mensen serieus. Dat verdienen ze!”

De Participatiepenning wordt vrijdag 20 juni, tijdens het Flevopenningengala op Urk, uitgereikt door staatssecretaris Jurgen Nobel van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor meer informatie, kijk op www.flevopenningen.nl.

Foto bovenaan: Johan Bosma 
© Tekst en beeld: Evelien Hogers 

Cookie-instellingen